We ronden alweer bijna een decennium af waarin open source een lange, vreemde reis heeft doorgemaakt. Als je terugkijkt naar de verwachtingen in 2009, zag niemand aankomen dat GitHub software-ontwikkeling fundamenteel zou veranderen of dat Microsoft als open source-antagonist zou transformeren naar 's werelds grootste bijdrager - of een heleboel andere radicale veranderingen in een decennium dat erg afweek van wat de norm leek te zijn.
We zijn nu vrijwel allemaal bezig met open source en nu het einde van de jaren 10 in zicht is, is de tijd rijp om terug te blikken op de innovaties die ons dit tijdperk hebben gebracht.
Het begon met de cloud
Open source haalde het nieuws natuurlijk ook wel voordat 2010 aanbrak, maar veel nieuws draaide toen om ideële schermutselingen van "gratis software" versus "vrije software" en rechtszaken omtrent Linux(-onderdelen). Om open source-software te draaien moest je de hulp van interne IT inroepen om servers beschikbaar te maken (of je kon er wellicht eentje gebruiken die onder je bureau stond).
Dat veranderde met de cloud. Ontwikkelaars hadden de hulp niet meer nodig van systeembeheerders om hun open source code te draaien. Net zoals open source ontwikkelaars vrijmaakten van gedoe omtrent aanbestedingen en juridische goedkeuring, zorgde cloud ervoor dat ontwikkelaars zich niet meer zo bezig hoefden te houden met het vinden van beschikbare hardware.
De cloud was echter slechts de motor, zoals diverse mensen benadrukken in gesprek op social media. Corey Quinn zegt bijvoorbeeld dat de infrastructuur open source is geworden, maar niet omdat de clouds zelf beschikbaar zijn onder een open source-licentie: "Het draait op cloud, maar ik kan een Terraform-plan of Serverless-configuratie van GitHub pakken om iets direct in de lucht te zetten om onmiddellijk te kunnen testen."
Samen ontwikkelen werd groot
Open source-licentiëring en directe toegang tot hardware in de cloud hebben productiviteit van ontwikkelaars opgeschroefd op een manier die je misschien al kon ontwaren in 2009 (AWS startte immers al in 2006) maar het duurde nog enkele jaren voordat het allemaal volledig was gerealiseerd en je duidelijk kon zien dat deze trend zich aan het voltrekken was.
"Het grootste wat open source het afgelopen decennium is overkomen is de introductie van de pull request door GitHub", vindt Tobie Langel. "GitHub maakte open source zichtbaar en maakte het speelveld gelijk zodat mensen op veel grotere schaal konden samenwerken." Die samenwerking stond altijd aan de basis van de belofte van open source, maar met de komst van GitHub werd dat sociale aspect van programmeren realiteit.
Zoals Michael Uzquiano beargumenteert: "We hadden versiebeheer altijd al, maar GitHub/Lab maakte het makkelijk voor een ieder om code te forken, dingen te proberen en ideeën bij te dragen. Comments, issues, aprovals - die maakten de belofte van open code waarheid." Git is niet ontstaan in dit decennium, maar net als cloud maakte het de afgelopen tien jaar een explosieve groei door.
De containerrevolutie
Net als versiebeheer en Git waren container niet helemaal nieuw na 2010. Het idee van dit virtualisatieconcept stamt al uit 1979 met chroot (dat voortbouwde op concepten van nóg eerder). Maar Docker, meent IDG-collega Steven Vaughan-Nichols, bracht containers tot leven. "Docker, of om preciezer te zijn Docker-technologie, transformeerde containers van een obscure technologie tot een steunpilaar van de manier waarop we software vandaag de dag consumeren. Het veranderde Alles."
Alles? Nou ja, tenminste voor zakelijke applicatie-ontwikkeling en niet omdat het een coole nieuwe manier is om na te denken over virtualisatie. Gordon Haff legt uit: "Containers vóór Docker/Kubernetes waren gewoon een andere partitioneringstechniek."
De echte lol begon toen Docker de ontwikkelaarservaring verbeterde en zo kwam het schip op stoom, licht hij toe, met een heel nieuwe benadering van de CI/CD-pipeline en meer. Tien jaar geleden had niemand nog gehoord van Docker of Kubernetes. Vorige maand verschenen er meer dan 13.000 mensen op KubeCon 2019 om de moderne applicatiewereld die Docker hielp te bouwen verder te onderzoeken.
Data-science gaat mainstream
Het gebruik van big data is altijd meer een droom geweest (voor bedrijven die niet Google heten) en we zagen al diverse pogingen voor 2010 om die droom uit te laten komen. We hadden al datamarts, later Business Intelligence en Roger Magoulas kwam met de term 'big data' in 2005. Maar deze ontwikkelingen voorzagen niet hoe groot big data uiteindelijk zou worden en hoe belangrijk data-scientists en data-ontwikkelaars zouden worden - dat kwam allemaal op gang in het decennium na de komst van Apache Hadoop (gemaakt in 2008), dat vervolgens snel werd ingehaald door een golf aan NoSQL-databases en andere open source-infrastructuur.
De infrastructuur die vandaag de dag wordt gebruikt om grote volumes data te versturen en op te slaan is grotendeels open source. Vrijwel alles wat het nu gemakkelijker maakt, is ongeveer de afgelopen tien jaar verschenen, zoals moderne database voor ongestructureerde data MongoDB (eerste versie in 2009) of verschillende tools om data te verplaatsen zoals Apache Kafka (eerste versie in 2011).
Daarnaast zijn de tools die we gebruiken om data te analyseren steeds vaker open source. Sterker nog, veel van de tooling (zoals TensorFlow) is vanaf het begin af aan open source in plaats van dat een leverancier van een voorheen propriëtaire tool de ooit geliefde software nieuw leven in probeert te blazen door hem open source te maken. Numpy en Scikit-learn zijn alomvertegenwoordigd, merkt Python-deskundige Matt Harrison op. Beide bestonden niet in 2010.
Open source is cruciaal geweest om te stimuleren dat deze wereld groeide, stelt Jacob Redding: "Data-science zou niet zo groot zijn geworden als het nu is zonder Pandas, Scikit, Jupyter en de hele wereld van R." Allemaal zijn ze open source, uiteraard, zodat de drempel erg laag is voor mensen die de nieuwe technologie willen uitproberen.
Open source programmeertalen
Kun je je de tijd nog herinneren dat programmeertalen propriëtair waren? Het afgelopen decennium lijkt een einde gemaakt te hebben aan dat tijdperk, met zelfs Apple die omsloeg en programmeertaal Swift grotendeels open source maakte.
Tegelijkertijd was er een hectische tijd van innovatie op taalgebied met JavaScript-frameworks die kwamen en soms gingen, Node.js, Angular, Reactie, Vue, et cetera. In deze wereld van JavaScript-frameworks (die groter werden dan alleen de browser waar ze voor bedoeld waren, zoals Alberto Ruiz opmerkt) zagen we ook een hele nieuwe reeks open source lower-level talen opkomen, zoals Go, Rust en WebAssembly.
Hoewel de mars van Java richting open source al startte voor 2010, zo ziet Rich Sharples, is het pas het afgelopen decennium verder vooruitgekomen met de OpenJDK-implementatie die nieuw leven inblies in de taal. Een op handen zijnde monumentale uitspraak van het Amerikaanse hoogste gerechtshof SCOTUS volgend jaar inzake Oracle versus Google heeft potentieel enorme gevolgen, zo merkt Danese Cooper op, zo groot als SCO was destijds voor de toekomst van Linux. De vraag bij het hooggerechtshof gaat om de vraag in hoeverre fair use reikt wat betreft auteursrechtelijk beschermde API's, maar heeft ook impact op de toekomst van Java. Wordt vervolgd.
De verrassing van het decennium
Interessant genoeg is Microsoft betrokken bij vrijwel al deze gebieden, maar dit decennium begon onder leiding van Steve Ballmer die zich heftig bleef verzetten tegen open source. Spoel vooruit naar nu en Microsoft is radicaal omgeslagen van een groot tegenstander ("open source-licenties zijn een kanker in de softwarewereld") naar een van de grootste bijdragers en dat is een enorme verandering, zegt Benoit Jacquemont. Veel ontwikkelaars gebruiken nu open source Visual Studio Code als hun editor, open source TypeScript om web-applicaties te bouwen en GitHub om hun code op te slaan. Microsoft is eigenaar van alle drie.
Dat is misschien een goede ontwikkeling om mee af te ronden. Er is zoveel gebeurd dit decennium, en dan hebben we het nog niet eens gehad over hoe open source Android de mobiele wereld grotendeels bestuurt, de impact van Let's Encrypt op de sector van certificaatautoriteiten, hoe open source aan het scherpst van de snede staat van machine learning - en nog veel meer.
En toch hebben we nog zo'n lange reis voor de boeg. De metamorfose van Microsoft is een herinnering dat bedrijven en sectoren kunnen veranderen en dat het in ons eigen voordeel is om open source te omarmen. Gezien hoe onvoorspelbaar het afgelopen decennium was, zou ik me ook niet durven wagen aan een voorspelling van de komende tien jaar, behalve dan dat het zonder twijfel meer open source zal bevatten.
Reageer
Preview