“Hoe oud denk je dat ik ben?”, vroeg de dakloze alcoholist die naast me was komen zitten op een bankje in het park. Hij zag er niet veel ouder oud dan ik, maar vanwege zijn verslaving besloot ik er een paar jaar af te trekken. “32”, antwoordde ik. “Je zit er twintig jaar naast”, lachte de man zijn tanden bloot terwijl hij zijn ID-kaart erbij pakte. “Ik ben 52.”
Leeftijden schatten: ik ben er niet goed in. Des te indrukwekkender vind ik het dat de deze week gelanceerde site Tweetgenie op basis van mijn tweehonderd meest recente tweets denkt dat ik een man van 35 ben. Slechts twee jaar ernaast. Was de dienst een paar dagen eerder gelanceerd, dan was de foutmarge slechts één jaar geweest (ik was eind vorige week jarig).
Niet bij iedereen is Tweetgenie zo accuraat. Ben je een vrouw die graag naar Ajax gaat, dan denkt de site al snel dat je een man bent. En ben je een bejaarde twitteraar die veel korte tweets plaatst en regelmatig het woordje ‘ik’ gebruikt, dan is de kans groot dat de site je zo twintig jaar te jong inschat.
Het einde van de blockbuster
In oktober 1999 kondigde The New Yorker op zijn omslag ‘het einde van de blockbuster’ aan. Het ‘informatietijdperk’ – een term die inmiddels bijna net zo ouderwets aandoet als de ‘digitale snelweg’ – kon er wel eens voor gaan zorgen dat boekenlezers en bioscoopbezoekers eerder voor onbekende titels zouden kiezen in plaats van voor de geijkte hits, zo voorspelde het tijdschrift in een zes pagina’s tellend artikel.
Collaborative filtering – “één van de meest intrigerende ontwikkelingen van het internettijdperk” volgens The New Yorker – zou ertoe leiden dat consumenten steeds betere adviezen voor nieuwe boeken en films zouden krijgen.
The New Yorker schetste een wereld waarin online diensten die bijhouden welke boeken en films je goed vindt, advies zouden geven op basis van de voorkeur van anderen die dezelfde smaak hebben als jij. Net zoals Tweetgenie nu schat hoe oud je bent door jouw tweets te vergelijken met die van anderen.
In veel gevallen zouden die tips boeken van onbekende schrijvers en obscure films betreffen, zo was de verwachting. De adviezen zouden daarmee nadelig uitpakken voor de blockbusters, voorspelde The New Yorker. Het verschil tussen de bestsellers en de boeken en films uit de middenmoot zou kleiner worden. “Hoe meer informatie het systeem over je heeft, hoe gerichter en exclusiever de aanbevelingen worden. Het gebruikt de kennis over jou om je keuzes voor te schotelen waar je zelf nooit op zou komen.”
Megalomane James Cameron
Bijna 14 jaar later kunnen we vaststellen dat de voorspelde nivellering in de boeken- en filmwereld niet heeft plaatsgevonden. Mensen rennen nog altijd massaal naar de winkel om de nieuwe Dan Brown aan te schaffen. Net zoals we toch weer allemaal gaan kijken wat voor film de megalomane James Cameron nu weer heeft gemaakt.
Op een door Wikipedia bijgehouden lijst met bestverkochte boeken (meer dan 10 miljoen verkochte exemplaren) staan elf boeken uit de jaren negentig en vijftien uit het eerste decennium van deze eeuw. Bij de boeken waarvan er meer dan 30 miljoen exemplaren zijn verkocht, is het verschil nog pregnanter: één titel uit de jaren negentig tegenover vijf uit de jaren nul.
Ook op filmkijkers lijken hits vandaag de dag een onverminderd grote aantrekkingskracht uit te oefenen. In de Amerikaanse top200 van grootste bioscoophits staan 34 films uit de jaren negentig en maar liefst 52 blockbusters uit de jaren nul. Onze voorkeur voor grote hits is, kortom, toegenomen in plaats van afgenomen.
Haha, wat een prutssysteem!
Waarom is de voorspelling van The New Yorker (nog) niet uitgekomen? Zou het misschien zijn omdat de software die ons adviezen voor films en boeken aan de hand moet doen, er vaak niet zoveel van lijkt te bakken?
Zelf heb ik het een tijdje terug weer eens geprobeerd met Goodreads, de recent door Amazon overgenomen sociale-boekensite. Je vult in welke boeken je hebt gelezen en wat je ervan vond. Op basis van die beoordelingen geeft Goodreads vervolgens leesadvies.
Bij mij stonden er een paar boeken tussen die ik zelf ook al op mijn leeslijstje had staan, maar ook een paar tips die me totaal niet aanspraken. En nog erger: boeken die ik al had gelezen, maar waar ik niks aan vond. Haha, wat een prutssysteem! Klik, weg.
Geslacht
Het is een reactie die doet denken aan de reacties op Tweetgenie. Haha, ze hebben niet eens door dat ik een vrouw ben! LOL, Tweetgenie denkt dat ik twintig jaar jonger ben!
Met name bij 35-plussers kleunt Tweetgenie nogal eens mis. Daarvoor bestaat overigens een simpele verklaring, legt één van de makers van de dienst, Dong Nguyen, desgevraagd uit. “De verschillen in taalgebruik op Twitter zijn erg klein bij oudere mensen.” Een 15-jarige twittert hele andere teksten dan een 25-jarige, maar het verschil tussen iemand van 40 en iemand van 50 is een stuk minder duidelijk.
Bij een test die werd uitgevoerd voor de lancering van Tweetgenie bleek volgens Nguyen dat de dienst er gemiddeld minder dan vier jaar naast zit. Het geslacht had het programma in 80 tot 85 procent van de gevallen goed.
Is dat goed of slecht? De makers van Tweetgenie gaven proefpersonen de opdracht om twintig Twitter-profielen op basis van taalgebruik beoordelen. Op geslacht deden de proefpersonen het net zo goed als het programma en bij het raden van leeftijden werden ze zelfs afgetroefd door Tweetgenie.
Het programma kan bij jongeren dus vermoedelijk beter – en veel sneller – iemands leeftijd schatten dan iemand van vlees en bloed.
Tienermeisje zwanger
Daarmee is Tweetgenie zeker niet uniek. Er is veel meer slimme software die vaak prima kan inschatten wie we zijn en wat we willen. Denk bijvoorbeeld aan de warenhuisketen Target die met behulp van een grote database en wat slimme formules soms eerder weet dat een tienermeisje zwanger is dan haar vader.
Voor dergelijke inzichten is het wel belangrijk dat de software voldoende informatie over je heeft. Met tweehonderd tweets kom je blijkbaar al een heel eind. Maar als Target wil weten of een vrouw zwanger is, dan is het vermoedelijk wel noodzakelijk dat de vrouw in kwestie regelmatig bij de keten winkelt (en dan ook nog eens naar Target gaat voor bepaalde producten en bovendien haar klantenkaart gebruikt).
Dat verklaart ook meteen waarom het niet goed ging tussen Goodreads en mij: te weinig data. Ik voerde onvoldoende boeken in en ik nam vervolgens niet de moeite om de slechte adviezen die ik kreeg, weg te klikken. Het is dat ik te lui ben om die extra stappen te zetten, anders zou Goodreads me misschien toch wel een paar goede tips aan de hand kunnen doen.
Heleen van Royen
Behalve luiheid zijn er nog twee zaken die het succes in de weg staan van allerhande diensten die ons moeten adviseren over boeken en films.
De eerste is dat er grenzen zijn aan de informatie die we willen delen. De gemiddelde consument zit er niet op te wachten dat de software van een warenhuisketen op basis van haar consumptiepatroon kan zien of ze zwanger is (en zelfs bij benadering kan bepalen wanneer ze is uitgerekend). Dat gaat veel verder dan we nog comfortabel vinden. Om die reden zijn veel mensen ook – terecht – terughoudend met het verstrekken van allerhande persoonlijke informatie aan sites. Je weet immers nooit precies wat ermee gebeurt.
Het tweede obstakel is dat mensen sociale wezens zijn. We hebben de neiging om eerder iets aan te nemen van een vriend of een collega dan van een programma. Niet per se omdat we die vriend/collega nou heel veel meer vertrouwen dan een stuk software (alhoewel…), maar ook omdat we bij het opvolgen van de tips van bekenden later weer iets hebben om het met hen over te hebben.
Om die reden blijven blockbusters ook onverminderd populair, vermoed ik. Als je Intouchables hebt gezien, als je naar het Eurovisie Songfestival hebt gekeken of als je de nieuwe Heleen van Royen hebt gelezen, dan deel je iets met al die anderen die hetzelfde hebben gedaan.
Dikke hits
Eén van de mensen die baat hebben gehad bij onze onverzadigbare honger naar bestsellers, is overigens ironisch genoeg de auteur van het artikel dat het mogelijke einde van de blockbuster aankondigde.
Op het moment dat zijn stuk verscheen, had hij volgens het colofon van The New Yorker net de laatste hand had gelegd aan zijn eerste boek. Van dat debuut, The Tipping Point, gingen alleen al in de Verenigde Staten meer dan 2 miljoen exemplaren over de toonbank.
Ook de volgende boeken van Malcolm Gladwell – want dat was de schrijver – werden stuk voor stuk dikke hits. Het zijn dan ook hele lekkere boeken. Neem dat nou maar van mij aan.
Wederom een artikel van Maarten Reijnders waarbij ik me elke keer weer, weer afvraag:
- Wat heb ik nu eigenlijk zitten lezen?
- Ik denk als een Amerikaan: W.T.F.!
- Als ik het gelezen heb, niets begrijp van de titel van het stuk.
- Ik me afvraag, "Maarten Reijnders" wordt het niet eens tijd voor een fantasie-cartoon?
Daar ben je namelijk veel beter in....
Reageer
Preview