Iets meer dan vier jaar geleden maakten chipfabrikanten Intel en Micron samen aan een nieuwe chiptechnologie die het beste van primair (RAM) en secundair (opslag) geheugen moest combineren: 3D Xpoint. Daar ging tien jaar aan onderzoek aan vooraf om gestapelde geheugencellen op een efficiënte manier aan te kunnen spreken via een nieuwe architectuur. De twee bedrijven ontwikkelden samen de technologie, maar zouden elk geheel eigen producten op de markt brengen.
Scheidende wegen Intel en Micron
Voor Intel was dat Optane. Het niet-vluchtige maar snelle geheugen Optane Memory wordt in de praktijk voornamelijk gebruikt als een soort cache om traditionele systemen te versnellen. Intel zet ook Optane SSD's op de markt, die vrijwel gelijk aan traditionele SSD's presteren, maar op bepaalde vlakken voordelen bieden, zoals een lagere Que Depth en lagere latency.
Intel en Micron ontwikkelden enkele jaren samen technologieën als Optane en andere 3D Xpoint-toepassingen. In de loop der tijd kregen de twee verschillende ideeën, onder meer over hoe ze technisch gezien de toekomst van snellere geheugendichtheid 3D NAND bereiken en ook qua 3D Xpoint zaten de twee niet meer op hetzelfde spoor. In 2018 kondigden de twee hun intentie aan om te scheiden wat betreft de geheugentechnologie.
Optane en QuantX
Micron had naar verluidt andere ideeën over de roadmap van hoe lang het zou duren voor de technologie rijp genoeg was om DRAM te vervangen als goedkoper alternatief. Omdat Optane nog niet op de gewenste schaal geproduceerd kan worden, ligt de kostprijs van de geheugenmodules behoorlijk hoog. Het is strategisch niet nuttig om 3D Xpoint tegen een hogere prijs in de markt te zetten dan DRAM, omdat er voor datacenters anders geen overtuigende reden is om deze technologie te vervangen.
Intel beseft dat ook, en verkoopt Optane beneden de kostprijs om datacenters ervan te overtuigen om serveroplossingen als Optane Persistent Memory aan te schaffen. Tegen een lagere prijs moeten de pluspunten als snellere geheugentoegang en niet-vluchtig primair geheugen wel overtuigen. Maar Micron dacht daar duidelijk anders over en de ooit aangekondigde QuantX-producten, Microns implementatie van de 3D Xpoint-technologie, verschenen niet.
De twee bedrijven maakten Optane-producten in dezelfde fab in de staat Utah, maar Micron heeft Intel inmiddels uitgekocht. De twee ontwikkelen nog een nieuwe generatie van 3D Xpoint, maar Intel verplaatst de productie daarvan naar een nieuwe fabriek op een andere plek in de VS. De scheiding van de twee bedrijven qua 3D Xpoint-ontwikkeling is daarmee praktisch rond. Nog tot eind 2019 kan Intel nog gebruik maken vanaf de voormalige gedeelde fabriek, vanaf januari verplaatst de productie in zijn geheel naar de staat New Mexico.
Microns idee van 3D Xpoint
Op dat moment in de roerige geschiedenis van de twee fabrikanten kondigde Micron dan toch eindelijk zijn eerste 3D Xpoint-product aan. Eind oktober onthulde Micron zijn X100 SSD, de module die zich volledig richt op het datacenter, waar de winsten te halen zijn. De consumentenmarkt, waar Intel zich deels op richt, lijkt (nog) wat minder gebaat te zijn bij deze technologie, daar een NAND SSD eigenlijk net zo goed is als een SSD met 3D Xpoint.
Micron ziet meer een rol weggelegd voor toepassingen waar veel transacties snel moeten worden uitgevoerd, zoals realtime analytics en andere zakelijke applicaties. Het is duidelijk dat het bedrijf zich richt op het datacenter, zo zie je ook in het persbericht met uitspraken als: "Door een combinatie van sectorleidende hoge bandbreedte, lage latency, hoge QoS en hoog uithoudingsvermogen levert de Micron X100 SSD fundamenteel vernieuwende prestaties voor big data-applicaties en transactionele workloads."
Adoptie vergemakkelijken
Micron doet er alles aan om adoptie zo makkelijk en aantrekkelijk mogelijk te maken. De module gebruikt een NVMe-interface, benadrukt dat de latency 11 keer lager is dan NAND en een lees/schrijf-snelheid die drie keer zo hoog ligt dan andere NAND-technologieën.
Ook ligt de kostprijs na een opbouw van vier jaar blijkbaar laag genoeg dat Micron het product in de markt durft te zetten, maar er gaan enige alarmbellen rinkelen dat de prijs nergens wordt genoemd. Als de prijs lager lag dan traditioneel primair geheugen, zoals de opzet oorspronkelijk was, zou Micron daar toch wel op hameren in zijn persuitingen?
Vooralsnog doet Micron het heel voorzichtig met de geheugentechnologie en wordt het nieuwe product uitgerold bij een beperkte groep klanten. Er is, behalve het mysterie omtrent de prijs, geen richtdatum bekendgemaakt voor bredere uitrol.
Reageer
Preview