Laten we eerlijk zijn: AMD’s processors zijn niet zo goed als die van Intel. Al sinds de introductie van de Core 2 Duo leveren Intel-processors betere prestaties. Ga je terug naar 1999, dan zie je een ander beeld. Intel was ook toen de dominante partij, maar AMD's Athlon maakte in iedere benchmark gehakt van de Pentium III. Er ontstond een regelrechte megahertz race waarin AMD ook met opvolger Athlon 64 jarenlang een nipte voorsprong wist te behouden.
Het lijkt nu of AMD hopeloos ver achterloopt. Begrijp me niet verkeerd, Phenom II processors zijn absoluut niet slecht. Ze draaien belangrijke applicaties op acceptabele snelheid en zijn gunstig geprijsd. Je krijgt waar voor je geld, maar AMD’s cpu-prestaties halen het niet bij die van Intel, ook niet als je kijkt naar de prestaties per watt. AMD-gebaseerde laptops kennen veel slechtere accuprestaties dan hun Intel evenknieën, vooral als je dit afzet tegen Intel chips met vergelijkbare snelheden.
Tegenslag
AMD heeft afgelopen jaren flink wind tegen gehad. De koop van grafische chipmaker ATI is waarschijnlijk op lange termijn een goede keuze, maar het blijkt lastig te zijn om beide bedrijven te integreren. Het afstoten van AMD’s chipfabricage richting GlobalFoundries had meer voeten in de aarde dan vooraf gedacht. Daarnaast zijn er veel belangrijke bestuurders bij het bedrijf vertrokken.
Kan het onrustig bedrijf in deze roerige tijden iets doen om betere processors dan Intel af te gaan leveren? Ik wil niet beweren dat AMD meer dan Intel kan verkopen. Intel heeft veel betere voorzieningen om meer chips dan AMD af te leveren en het zou voor de outsider jaren duren om aan diezelfde capaciteit te geraken. Ik vraag me af of AMD een betere processor zou kunnen bouwen, niet of ze er meer kunnen verkopen.
Intel kan kleiner
Intel dankt aan zijn dominante positie veel strategische voordelen. Het bedrijf loopt meer dan een jaar voor op de rest van de markt als het gaat om het fabriceerproces. AMD staat op het punt een processor volgens een 32 nanometer (nm) procedé te leveren, terwijl Intel dat al sinds begin vorig jaar doet. Intel lanceert eind dit jaar nog de eerste 22nm modellen.
Kleinere procedés betekenen dat er meer transistors op een chip kunnen, dat chips kleiner worden en minder koeling nodig is en dat chips sneller kunnen werken. Hierdoor kan Intel snelle, energiezuinige en prijstechnisch interessante chips afleveren.
De beste ingenieurs werken bij Intel. Dit is al decennia lang het geval, maar ook afgelopen jaren heeft het bedrijf de beste talenten op gebied van graphics, video en software aangetrokken.
Hoe kan AMD concurreren? Allereerst moeten ze slim hun doelen kiezen. AMD heeft met de Fusion C en E-serie processors een geweldige prestatie geleverd. Deze chips nemen het op tegen de Intel Atom netbook-chip, waarover lang niet iedereen tevreden is. AMD heeft de punten waarop Atom teleurstelt – trage processorcores en ondermaatste ondersteuning voor video/graphics – aangepakt en gebruikt om een kleine, energiezuinige processor te maken die prima in goedkope laptops past zonder op genoemde punten concessies te doen. Nu Intel de Atom kleiner en zuiniger wil maken voor toepassing in tablets en smartphones, vaart AMD prima bij een gerichte focus op goedkope laptops. Op dit moment is het voor AMD niet zo aantrekkelijk om Intel op zijn sterkste punt te bevechten.
Heer en meester op videogebied
Daarnaast vind ik dat AMD zich zou moeten richten op graphics. Video, graphics en hardwareversnelling voor webpagina’s worden steeds belangrijker bij gebruik van een computer. Met de tweede generatie Core-processors ‘Sandy Bridge’, liet Intel zien dat zij het belang van grafische aspecten niet onderschatten, maar ze halen het niet bij wat AMD op dit gebied kan doen. AMD moet alles doen wat in zijn macht ligt om ervoor te zorgen dat, als je een systeem koopt zonder aparte videokaart, de graphicsprestaties beter zijn op een AMD-systeem dan op een computer van Intel. En als je dan toch gaat voor aparte graphics, moet het Radeon-merk staan voor de beste prijs/kwaliteit-verhouding in alle prijsklassen. Dat lijkt lastig, maar AMD is er goed toe in staat.
Als ik AMD was, zou ik de tablet en smartphone markt even laten voor wat het is. Het zou jaren duren en gigantisch veel ontwikkelingskosten met zich meebrengen voordat AMD zich kan meten met de competitie in die tak van sport. AMD moet het in de mobility-tak opnemen tegen ARM, Intel, Nvidia, PowerVR, Samsung, Texas Instruments en Qualcomm. Dit zou teveel R&D-resources kosten die veel beter gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van processors voor meer traditionele computers. Natuurlijk vormen smartphones en tablets een absolute groeimarkt en draait ook Windows 8 op ARM-architectuur in plaats van x86, maar de traditionele pc gaat voorlopig nog niet weg. Nog steeds worden er honderden miljoenen exemplaren per jaar van verkocht. AMD is te klein om op meerdere fronten te vechten – het moet zich komende jaren richten op de pc, Mac en servermarkt.
Ontwerp processors moet op de schop
Is de Fusion A, die over een paar maanden uitkomt, de chip die AMD weer aan de top brengt? Ik denk het niet. De tweaks aan de Phenom II-architectuur, het 32nm procedé, energiebesparende functies en snelle geïntegreerde graphics maken het een potentiële hit. Maar Intel ligt te ver voor. Fusion A (of LLano) zal de concurrentie verslaan op gebied van graphics, maar op het vlak van cpu-prestaties zullen de Core iX-processor de slag ruimschoots winnen. Wat AMD nodig heeft is een nieuw cpu-ontwerp. Deze kunnen we later deze zomer onder codenaam Bulldozer verwachten. Het wordt een ongebruikelijk multi-core design, waarvan ik moeilijk kan voorspellen of deze beter wordt dan wat Intel gaat brengen. Toch blijft een groot nadeel dat Intel tegen die tijd op 22nm zit.
Als AMD relevant wil blijven, moet het keuzes maken en de periode tussen grote architectuurrevisies verkorten. Ook zal AMD met GlobalFoundries en TSMC in conclaaf moeten om het fabricageprocedé verder te verkleinen.
Reageer
Preview