We schrijven hier met enige regelmaat over low-code ontwikkelplatformen zoals die van OutSystems en Mendix. Daarnaast komen we low-code ook tegen op de platformen van onder andere Appian, Salesforce en Pegasystems. No-code krijgt echter ook steeds meer aandacht. Een grote speler zoals ServiceNow heeft enige tijd geleden een no-code-module aan haar platform toegevoegd bijvoorbeeld. Daarnaast heeft zelfs een traditionele low-code-speler als Mendix besloten dat het volledig zonder code bouwen van applicaties een goede uitbreiding is voor hun aanbod, getuige de aankondiging van Studio en Studio Pro
Bij Betty Blocks richt men zich sinds de oprichting in 2012 puur op no-code. De core-business is dan ook niet zozeer bestaande programmeurs sneller applicaties laten bouwen, een kenmerk van low-code waar met name OutSystems erg veel op hamert, maar software-ontwikkkeling democratiseren. Dat wil zeggen, het toegankelijk maken voor het grote publiek. Betty Blocks wil een platform zijn waar citizen developers volledig zonder programmeertaal een enterprise grade applicatie kunnen bouwen. Meer dan een toefje JavaScript en HTML zit er qua coderen dan ook niet meer in het platform.
Meer mensen applicaties laten bouwen
"Uiteindelijk draait het dus om nieuwe mensen aan de slag te laten gaan met het ontwikkelen van applicaties," stelt Obdam. Dat zei Derek Roos van Mendix in een gesprek dat we een tijdje geleden hadden met hem ook, maar met low-code is dat toch een stukje lastiger dan met no-code. Roos gaf tijdens ons gesprek overigens ook meteen toe dat er op dat vlak nog het nodige te winnen valt voor Mendix, iets waar de al eerder aangehaalde no-code variant van Studio aan bij moet dragen.
Obdam, die de mensen achter het eveneens Nederlandse Mendix goed kent en ook zeker bewondert wat men daar heeft neergezet, zet bij die benadering van Mendix echter wel wat vraagtekens. Vooral de uitspraak van CTO Johan den Haan van Mendix dat no-code zonder low-code een no-go is, zorgt hiervoor. Men maakt niet echt een keuze waar de focus ligt. Die zie je bij OutSystems bijvoorbeeld wel heel duidelijk. Daar wordt toch vooral op de core van grote enterprises gemikt. "Wij hebben in 2012 al duidelijk voor citizen developers gekozen. We realiseren ons dat een volledig programmeervrij platform doorontwikkelen tijd kost, maar ons einddoel is duidelijk," zo stelt Obdam. Vandaar ook dat er nog wel enkel low-code functionaliteiten in het platform van Betty Blocks zitten.
Innovatie = no-code
Een misverstand wil Obdam overigens graag uit de weg helpen rondom no-code. "Er hangt nog altijd een wat negatieve sfeer om no-code heen, omdat het nog vaak als synoniem gezien wordt met het bouwen van eenvoudige applicaties." Dat is dus volgens Obdam helemaal niet (meer) het geval. In dat opzicht wordt no-code ook steeds volwassener. Hij heeft het als het over no-code heeft en wat Betty Blocks hiermee kan doen dan ook liever over no-code for complex apps.
Chris Obdam, CEO van Betty Blocks
Hij doet in dit opzicht ook een stevige uitspraak: "Met no-code kun je dezelfde complexe applicaties maken als met andere ontwikkelplatformen." Toch lijkt hij dit even later weer wat te nuanceren. "Het is zeker mogelijk om bijvoorbeeld een core-applicatie met een no-code platform te bouwen, maar de kans is klein dat dit door een citizen developer is gebouwd." Dat zal doorgaans door een ervaren (no-code) programmeur gedaan worden. Betty Blocks kan namelijk door drie verschillende typen programmeurs gebruikt worden: de citizen developer, de no-code developer en de ervaren programmeur. Voor de laatste 2 groepen ontwikkelaars zijn er low-code functionaliteiten op het platform beschikbaar.
Uiteindelijk draait het bij Obdam echter vooral om het doel dat je voor ogen hebt bij het ontwikkelen van applicaties. No-code is er namelijk vooral voor het stimuleren van innovatie. Daarbij draait het uiteraard ook om kwaliteit van code en stabiliteit van applicaties, maar dat is in eerste instantie niet het belangrijkste. Dat is namelijk de snelheid waarmee applicaties gebouwd kunnen worden. Doordat er nagenoeg geen programmeren aan te pas komt bij no-code en er dus niet-programmeurs aan de slag kunnen, heb je op twee manieren meer snelheid. Er kunnen meer mensen gaan ontwikkelen en dit kunnen ze ook nog eens relatief snel doen.
Weinig met programmeren te maken
Onder de streep heeft het no-code-platform van Betty Blocks volgens Obdam eigenlijk niet zoveel met programmeren te maken. "Je wil eigenlijk ook niet dat het platform is ingericht volgens een traditioneel denkpatroon van een programmeur," stelt hij. Dat denkpatroon is immers wezenlijk anders dan dat van niet-programmeurs, die bijvoorbeeld veel meer vanuit de business naar applicatie-ontwikkeling kunnen kijken. Ook zullen ze in het algemeen een andere blik hebben op gebruiksgemak.
Het platform als geheel pitcht men bij Betty Blocks ook niet als een platform waarmee je een bestaand applicatielandschap opnieuw opbouwt volgens globaal dezelfde eisen. Dat is over het algemeen wel hoe low-code aanbieders het benaderen. Volgens Obdam moet je als organisatie proberen om innovatiever te zijn dan wat je tot nu toe in de markt ziet en op basis daarvan applicaties gaan bouwen. Dat klinkt als een tamelijk hoogdravend plan, iets wat Obdam overigens ook volmondig beaamt. "Het is alleen wel het begin van een discussie, waarbij eigenlijk altijd de grotere IT-vraagstukken binnen organisaties boven komen drijven. Daar kunnen we dan bij helpen."
Uiteindelijk wil Betty Blocks vooral een omgeving neerzetten waarin citizen developers zichzelf kunnen ontwikkelen. "Je zou het kunnen zien als een raamwerk waarbinnen iedereen kan gaan ontwikkelen," voegt Obdam toe. "Hierin zijn wij op dit moment het meest vooruitstrevend."
Einde van de programmeur?
Is er dan helemaal geen rol meer weggelegd voor de traditionele programmeur in de wereld zoals Betty Blocks die voor zich ziet? Die is er zeker nog wel, bijvoorbeeld voor de aansturing van een groep citizen developers. Het is natuurlijk wel de bedoeling dat er aan het eind van de pipeline een applicatie tevoorschijn komt die functioneel in orde is. Daarnaast zal er zoals al aangegeven altijd een niche blijven voor traditionele programmeurs, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van core-applicaties.
Let wel, bij Betty Blocks beschouwt men dit dus als een niche. "Het merendeel van de applicaties die gebouwd gaan worden, zal in de no-code-categorie vallen," aldus Obdam. Overigens moeten we ook weer niet te hard van stapel lopen over het succes van no-code op het moment, voegt hij hier even later aan toe. "We moeten niet vergeten dat Nederland voorloopt. In de rest van de wereld wordt er nog lang niet zoveel gedaan met no-code als hier."
Microsoft zorgt voor boost richting toekomst
Als het gaat om het populairder maken van no-code, iets wat getuige enkele uitspraken van Obdam tijdens ons gesprek nog zeker gewenst is, zal de strategische samenwerking met Microsoft die eerder dit jaar is aangekondigd zeker gaan helpen. Zonder die samenwerking zou het Nederlandse Betty Blocks er in ieder geval veel langer over doen om wereldwijd voet aan de grond te krijgen.
Voor Microsoft is een relatief nieuwe, hippe ontwikkeling zoals no-code uiteraard een mooie manier om Azure nog wat groter te maken. "Wij worden een enabler om Azure te kunnen verkopen," zoals Obdam het zegt. Overigens is het niet zo dat Betty Blocks alleen in de Azure-cloud is te gebruiken. De SaaS-dienst kan ook in andere (public) clouds draaien. Het platform is ook klaar voor Kubernetes, waarmee het verschil in prestaties tussen de verschillende platformen er eigenlijk niet is.
Op een iets hoger niveau past de strategische samenwerking tussen Microsoft en Betty Blocks echter ook goed bij het democratiseren van technologieën waar Microsoft met enige regelmaat over spreekt. Uiteraard zonder het eigenbelang uit het oog te verliezen, is het een doel van Microsoft om nieuwe technologieën in de handen van meer mensen te leggen. AI is hiervan wellicht het bekendste voorbeeld, waar we Satya Nadella al enkele keren over hebben horen spreken, vooral ook om de angst weg te nemen dat een partij AI gaat domineren. Met Betty Blocks kan dit nu dus ook voor applicatieontwikkeling gaan gelden.
Toekomst: acceptatie van citizen developer cruciaal
Veel van de bouwblokken voor het verder groeien van no-code als geheel en Betty Blocks lijken er op basis van ons gesprek met Obdam allemaal te zijn. Voor het merendeel van de applicaties die nu en in de toekomst belangrijk worden, zou het geschikt moeten zijn. Uiteindelijk denken we dat Obdam het goed zegt als hij stelt dat dit niet om de technologie gaat, maar om change management. Een onderdeel van die verandering is de acceptatie van de citizen developer.
Op basis van gesprekken die wij regelmatig met partijen uit de markt voeren, is men bij veel organisaties waar intern applicaties worden gebouwd nog niet klaar voor low-code, laat staan no-code. Innovatie en snelheid zijn bij die organisaties ook een stuk minder sterk aan elkaar gekoppeld. Daar ligt dus een mooie taak voor Betty Blocks, om te laten zien dat het allemaal wel degelijk mogelijk is. Wij zullen het bedrijf in ieder geval goed blijven volgen.
Reageer
Preview