Wie low-code omarmt, zegt Calkins, gaat over van code die door ontwikkelaars wordt geschreven op code die wordt geschreven door een platform. Dat is altijd het uitgangspunt, of je nu voor Appian als platform kiest, voor OutSystems, Mendix of nog een ander. Doordat het platform de code schrijft, is low-code in potentie veel krachtiger dan traditioneel ontwikkelen, omdat het platform een ingegeven idee direct kan omzetten in applicaties voor alle platformen. Het schrijft direct voor iOS én Android, of voor Azure én AWS én Google.
Matt Calkins
Bovendien moet je er vanuit kunnen gaan dat het platform dat consistent en veilig doet. Er is dus geen noodzaak meer voor hacks om functionaliteit te kunnen toevoegen, geen extra werk voor extra platformen en applicaties zijn makkelijk aan te passen en te vervangen over de hele breedte. Dat is dus de belofte van low-code, en volgens Matt Calkins is het pure noodzaak voor de enterprise dat die wordt nagekomen.
Als voorbeeld neemt hij de Deense bank waar hij de dag voor ons gesprek op bezoek was geweest. Die bank heeft een aantal andere banken overgenomen, waardoor er ineens een heleboel legacy-omgevingen bij elkaar moeten worden gebracht. Het gaat ze minstens twintig jaar kosten om die omgeving te moderniseren, zo is de schatting, terwijl de bankensector met een ongelooflijke snelheid aan het veranderen is. Die tijd hebben ze dus gewoon niet. En die Deense bank is ongetwijfeld geen uitzondering.
Het onderliggende probleem dat Calkins hier aanroert, is dat je vrijwel alles snel kunt veranderen, behalve software. Je verandert sneller van kantoor dan van software, zegt hij. Je CEO kun je ontslaan, maar aan je software zit je vast. Terwijl software eigenlijk niet meer is dan ideeën die op een bepaald moment zijn vastgelegd in code. Maar ideeën veranderen en ze veranderen steeds sneller.
Een applicatieplatform waarmee je nieuwe ideeën niet snel kunt uitrollen en oude ideeën kunt aanpassen aan de nieuwe normen is dan ook ongeschikt voor de enterprise, daarin is Calkins heel stellig. En als je bedenkt dat de gemiddelde enterprise zeker zo'n 1000 applicaties heeft, dan is low-code eigenlijk de enige weg voorwaarts, zo is zijn overtuiging, samen met SaaS voor de generieke applicaties.
Calkins is zich er overigens wel van bewust dat low-code nog een lange weg te gaan heeft, maar deze belofte van snelheid en kracht móet waargemaakt worden, benadrukt hij. Daarom is het goed dat er overal ter wereld aan low-code wordt gewerkt, niet alleen bij Appian, maar ook bijvoorbeeld bij OutSystems en Mendix, al hebben die heel andere ideeën over het gebruik ervan.
Mijn ervaring is dat frameworks goede richtlijnen geeft hoe bepaalde systemen te programmeren/implementeren en zorgt voor enige standaardisatie.
Volgens mij is low/no-code een goed hulpmiddel en zal ongetwijfeld in situaties ontwikkeling vereenvoudigen versnellen.
Echter blijf je nog steeds tegen het probleem aanlopen dat in een low-code systeem 'vastgelegde ideeen' komen te staan. Zodra je in 1 systeem al je business-rules hebt zitten zal het weer lastig overstappen zijn naar een ander low-code platform.
idd. het BLIJFT een manier om de business rules te beschrijven.
ipv. COBOL, C/C++ etc. wordt het beschrijving mechaniek alleen het low/no-code plaform waarvoor gekozen wordt. Kortom schrijf de nieuwe extra legacy voor de toekomst.
Reageer
Preview