Sinds het bestaan van Prism is uitgelekt, worden we overspoeld met verhalen waaruit moet blijken dat de geautomatiseerde inbreuk op de grondrechten van de halve wereldbevolking ook heus wel, echt waar, geloof ons nou maar, heel veel voordelen biedt.
Prism helpt niet alleen oude vrouwtjes met oversteken, het systeem zorgt er ook voor dat er minder terroristische aanslagen plaatsvinden. Dat vertelde Keith Alexander, de directeur van de NSA, althans vorige week.
Lees ook:
- NSA-spionagetips voor de echte doet-het-zelvert
- 'Microsoft is niet te vertrouwen'
- NSA'tje spelen? 7 tools
Dankzij Prism zouden ‘meer dan vijftig potentiële terroristische aanvallen’ in de kiem zijn gesmoord. Zo zorgde het grootschalige afluisterprogramma van de inlichtingendienst er onder meer voor dat een aanslag op de beurs van New York kon worden verijdeld.
Wannabe-terroristen
Hartstikke mooi natuurlijk dat de Amerikaanse overheid Wall Street ook nóg een keer in het geheim heeft gered, maar klopt de claim van de Alexander ook? De NSA zou de wannabe-terroristen op het spoor zijn gekomen door via Prism een bekende Jemenitische extremist te monitoren. Deze extremist stond weer in contact met een man in Amerika. En die man zou het plan hebben opgevat om de beurs op te blazen. Inmiddels zit hij in de gevangenis.
Eind goed al goed, maar er blijven nog wel een paar vragen prangen. Om te beginnen: als het plan voor een aanval op de New York Stock Exchange serieus was, hoe kan het dan dat de gevangengenomen man en twee van zijn vrienden helemaal niet zijn aangeklaagd voor het beramen van een bomaanslag?
En: waarom was Prism hiervoor eigenlijk nodig? Voor het monitoren van een gevaarlijke Amerika-hater in Jemen heb je toch geen systeem nodig dat daarnaast ook nog even het telefoon- en internetverkeer van de rest van de wereld in de gaten houdt? Kun je je aftapactiviteiten niet beter exclusief richten op die personen die je ervan verdenkt dat ze iets kwaads in de zin hebben?
Dat het voor het oplossen van misdrijven en het voorkomen van terrorisme soms nodig is om inbreuk te maken op de privacy verdachte individuen, daar zal zelfs de gemiddelde BOF-donateur vermoedelijk niet al te veel moeite mee hebben. De reden dat privacy-voorvechters bezwaar maken tegen Prism is dat het systeem het telefoon- en internetverkeer van iedereen lijkt te monitoren. Iedereen verdacht: dat gaat te ver.
Databrei
Er kleeft nog een nadeel aan het opslaan van grote hoeveelheden informatie over het wereldwijde internet- en telefonieverkeer. Door zoveel mogelijk informatie van zoveel mogelijk mensen te verzamelen creëer je een enorme hooiberg waardoor het vinden van de spreekwoordelijke speld er niet per se makkelijker op wordt.
De enorme databrei kan ondertussen wel leiden tot een vals gevoel van veiligheid bij de inlichtingendiensten: vanachter hun bureau lijken ze namelijk de hele wereld in de gaten kunnen houden. De aanslagen van 11 september lieten zien dat dat een gevaarlijke gedachte is.
De voorlopers van Prism – surveillanceprogramma’s met namen als Echelon en Carnivore – konden destijds niet voorkomen dat negentien mannen vier vliegtuigen kaapten. Kort na 11 september wezen verscheidene inlichtingenexpert erop dat het eenzijdig vertrouwen op informatie afkomstig van systemen als Echelon mede verklaarde waarom niemand de kapers op tijd in de smiezen had gehad.
Diarree vaste prik
Inlichtingenwerk kun je niet alleen vanachter je bureau doen. Toch is dat wel wat ze bij de CIA deden, zo schreef de voormalige CIA-medewerker Reuel Marc Gerecht een paar maanden voor 11 september in een artikel in The Atlantic.
De gewezen CIA-operative zette in zijn stuk in de zomer van 2011 uiteen waarom Osama bin Laden niet hoefde te vrezen dat de Amerikanen hem snel te pakken zouden krijgen. Lang verhaal kort: Amerika had op dat moment geen enkele infiltrant in de gebieden waar Al-Qaeda destijds met name actief was, Afghanistan en Pakistan.
De reden daarvoor was dat de gemiddelde CIA-medewerker liever in het prettig verwarmde hoofdkwartier in Langley achter een pc zat dan in een grot in Afghanistan. “Operaties waarbij diarree vaste prik is, vinden niet plaats.”
Ouderwets speurwerk
Het heeft de Amerikaanse inlichtingendiensten uiteindelijk veel tijd gekost om de aldus opgelopen informatieachterstand goed te maken: het duurde nog bijna tien jaar voordat ze Osama bin Laden eindelijk te pakken kregen.
Dat ze daar uiteindelijk toch in slaagden, was te danken aan het heel gericht afluisteren van de familie en vrienden van één van Osama’s huisgenoten en aan ouderwets speurwerk in Pakistan. Knap werk, waarvoor Prism niet nodig was.
Reageer
Preview