In de wereld van de IT virtualiseren we tegenwoordig zo goed als alles in een software-defined omgeving. Denk aan servers in VM's, maar ook zeker aan gevirtualiseerde netwerkfuncties, firewalls en routers. Het virtualiseren van het volledige dataplatform was lange tijd een brug te ver. "Data is altijd zeer nauw verbonden geweest met de applicatiestack en het fysieke rack," aldus Charles Giancarlo, CEO van Pure Storage, tijdens het recent gehouden Accelerate-evenement. Dat houdt virtualisatie logischerwijs tegen, omdat dat afhankelijk is van een afstand tussen fysieke en niet-fysieke onderdelen van de infrastructuur.
Modern Data Experience
Om deze ontwikkelingen te lijf te gaan, heeft Pure Storage de Modern Data Experience bedacht. Deze strategie komt er in het kort op neer dat de data-omgeving een flexibele moet zijn, waar je als organisatie naar believen uit kunt putten. Daarbij moet het niet uitmaken waarvandaan je toegang wilt hebben en om welk type data het gaat bijvoorbeeld. Het moet ook nog eens goed en centraal beheerd kunnen worden.
Al met al is de strategie van Pure Storage een ambitieuze, als je alleen al bedenkt hoeveel oude systemen er nog bij veel organisaties staan. Daar staat dan wellicht niet de meest bedrijfskritische data op, maar koude opslag bestaat eigenlijk ook niet meer. Als je bijvoorbeeld AI-modellen gaat trainen, doe je dat waarschijnlijk vooral op secundaire data, die vaak nog op disks staat, niet op flash-arrays. Zoals met de ketting, is ook een (gedistribueerde) infrastructuur zo snel en krachtig als zijn zwakste schakel.
Daarnaast krijg je bij virtualiseren van zaken ook altijd de vraag hoe dit dan beheerd moet worden. Als het niet meer gebonden is aan de locatie waar de data staat, dan kan het ook ergens centraal (in de cloud) gedaan worden. In de hybride omgeving die meer en meer de standaard wordt, is dat alleen maar wenselijker, omdat je dan je volledige gedistribueerde stack centraal kunt beheren.
Bruggen bouwen
Pure heeft een van de belangrijkste stappen inmiddels al gezet om een brug te bouwen tussen de verschillende locaties van een gedistribueerde omgeving. Het hele portfolio is namelijk beschikbaar als een dienst. Deze as-a-service-benadering is op zich niets nieuws, we zien veel andere technologiebedrijven eenzelfde pad bewandelen. Wel bijzonder is dat 'Pure-as-a-Service' al voor alle producten in het portfolio geldt. Daarmee is het bedrijf al relatief ver, als we zo eens naar de rest van de markt kijken.
Let wel, je hoeft alles niet als dienst af te nemen natuurlijk. Als je het voor bepaalde zaken nog bij het product wilt laten, zonder de dienst, dan is dat ook mogelijk. Hier wordt dus ook flexibiliteit aangeboden, tussen CAPEX en OPEX.
Eerste stap richting cloud
Het cloudverhaal bij Pure gaat echter verder dan het aanbieden van alles als een service. Zo is Cloud Block Store sinds kort officieel beschikbaar. Met deze dienst kun je stappen zetten richting de cloud, bijvoorbeeld als het gaat om replicatie van je data. Uniek aan Cloud Block Store for AWS is dat je kunt repliceren tussen twee AZ's, iets wat standaard niet mogelijk is. Je breidt hier als het ware je Pure-omgeving mee uit richting de cloud, iets wat de adoptie van cloud natuurlijk eenvoudiger maakt. Je profiteert daarnaast van de 11 negens aan beschikbaarheid van S3.
In het algemeen begint Pure met AWS als het gaat om de public cloud, maar er wordt ook zeker werk gemaakt van Azure. Zo is er naast Cloudsnap for AWS nu ook een variant voor Azure. Met deze diensten schrijf je snaps weg naar de cloud, die je dan later weer kunt terughalen. De snaps staan in Pure-format, dus ze kunnen nergens anders voor gebruikt worden dan voor het restoren van de omgeving waarvandaan je ze wegschrijft. Dat is natuurlijk veilig, al heb je er wel een oplossing voor nodig die draait op Purity.
Tiers dichterbij elkaar krijgen
We zeggen niets geks als we stellen dat Pure van oudsher toch vooral de nadruk heeft gelegd op Tier 1 storage en data. De praktijk is zoals hierboven al aangehaald dat ook de lagere Tiers een belangrijke rol spelen binnen organisaties. De verwachting is dat dit steeds belangrijker gaat worden. Naast AI-doeleinden kun je ook aan de steeds belangrijker wordende functie van je back-ups denken. Om een ransomware-aanval zo snel mogelijk te kunnen onderscheppen, kun je bijvoorbeeld de daily diffs analyseren. Dat moet natuurlijk wel snel gebeuren, dus worden er steeds hogere eisen gesteld aan die omgeving. Daarnaast wil je uiteraard ook gewoon dat een back-up zo snel mogelijk teruggezet kan worden, zeker in het geval van een disaster recovery-situatie. Verder kun je hier denken aan VM-tiering.
Met het bovenstaande in het achterhoofd kunnen we de introductie van Pure Storage FlashArray/ /C voor secundaire data ook meteen goed duiden. Deze variant levert dan weliswaar niet de prestaties van zijn grote broers voor primaire data, maar de traditionele disks waar het on-prem mee moet concurreren zijn uiteraard geen partij voor de flash in dit nieuwe model. Dankzij het gebruik van QLC is het ook qua investering te overzien.
Uiteraard vergeet Pure ook de Tier 1-applicaties niet. Vandaar dat er voor de snelste FlashArray/ /X70 en X90-modellen DirectMemory Modules aangekondigd zijn. Deze maken gebruik van Intel Optane (3DXPoint)-technologie, voor extreem leesintensieve workloads. Pure belooft hierbij een verdubbeling van de snelheid en een halvering van de latency. Een groot voordeel hiervan is dat je qua prestaties in de buurt komt van local disk prestaties. Dat houdt in dat je nu op het gebied van data gravity andere keuzes kunt maken. Je kunt nu gebruik gaan maken van een centraal storage systeem namelijk.
AI-first
AI is al geruime tijd een groot thema bij Pure Storage. We hebben het dan niet over het gebruik van AI in de oplossingen van het bedrijf, maar vooral over het faciliteren van AI-projecten binnen organisaties. Storage speelt bij het opzetten van dat soort projecten altijd een belangrijke, zo niet cruciale rol. Samen met Nvidia heeft Pure hiervoor de AI Data Hub ontwikkeld. Dit is een combinatie van Nvidia DGX en FlashBlade van Pure en resulteert in AIRI, oftewel de AI-Ready Infrastructure.
De AI Data Hub kun je het best zien als oplossing voor de 'end-to-end AI-pijplijn', waar je voor iedere fase van je AI-project terecht kan. Of dat nu het ontwerp, de ontwikkeling of de deployment is van het project. Hij bestaat uit niet minder dan 150 blades in een enkele namespace, specifiek gebouwd voor parallellisme en random workloads. Dat wil zeggen, je kunt veel verschillende soorten data tegelijk verwerken, waar die dan ook maar vandaan komt. Op termijn kun je hiermee dus je datasilo's consolideren. Het geheel is natuurlijk als product af te nemen, maar geheel in lijn met de Pure-as-a-Service strategie uiteraard ook als dienst af te nemen. Dat laatste moet je dan vooral zien in de vorm van AIRI-ready datacenters, waar je als bedrijf de dienst kunt afnemen.
Toekomst begint met een 's'
Bovenstaande strategie en aankondigingen zijn onderdeel van hoe Pure Storage de toekomst ziet, met de Modern Data Experience als overkoepelende visie. Als het gaat om de IT-infrastructuur, in het geval van Pure de storage-kant van het verhaal, moet alles voldoen aan drie S'en. Alles wat het bedrijf nu doet en in de toekomst zal gaan doen met betrekking tot producten en diensten, zal Simple, Seamless en Sustainable zijn. Of in het Nederlands: eenvoudig, naadloos en duurzaam.
Simple houdt in dat diensten middels API aangeroepen worden en dat er centrale beheertools zijn. Seamless dat de diensten overweg kunnen met alle protocollen, tiers en clouds vanuit een enkele omgeving. Sustainable tot slot betekent dat klanten alleen maar afnemen wat ze nodig hebben, wanneer ze het nodig hebben. Upgraden naar de nieuwste innovaties kan altijd zonder dat dit problemen of een boete oplevert.
Al met al is de Modern Data Experience een ambitieuze visie, waarvan we de voortgang met belangstelling zullen blijven volgen. In drie volgende artikelen zullen we de drie kernbegrippen ervan verder uitdiepen, aan de hand van verhalen van organisaties die hier ervaring mee hebben.
Reageer
Preview